Nehemia 11:10

10 Van de priesteren: Jedaja, de zoon van Jojarib, Jachin;

Nehemia 11:10 Meaning and Commentary

Ver. 10,11 Of the priests
Who dwelt in Jerusalem, of whom the same account is given in these two verses as in ( 1 Chronicles 9:10 1 Chronicles 9:11 ) , only Seraiah here is called Azariah there.

Nehemia 11:10 In-Context

8 En na hem Gabbai, Sallai; negenhonderd acht en twintig.
9 En Joel, de zoon van Zichri, was opziener over hen; en Juda, de zoon van Senua, was de tweede over de stad.
10 Van de priesteren: Jedaja, de zoon van Jojarib, Jachin;
11 Seraja, de zoon van Hilkia, den zoon van Mesullam, den zoon van Zadok, den zoon van Merajoth, den zoon van Ahitub, was voorganger van Gods huis;
12 En hun broederen, die het werk in het huis deden, waren achthonderd twee en twintig. En Adaja, de zoon van Jeroham, den zoon van Pelalja, den zoon van Amzi, den zoon van Zacharja, den zoon van Pashur, den zoon van Malchia;
The Dutch Staten Vertaling translation is in the public domain.