Nehemia 3:6

6 En de Oude poort verbeterden Jojada, de zoon van Paseah, en Mesullam, de zoon van Besodja; deze zolderden zij, en richtten haar deuren op, met haar sloten en haar grendelen.

Nehemia 3:6 Meaning and Commentary

Nehemiah 3:6

Moreover, the old gate repaired Jehoiada, the son of Paseah,
and Meshullam the son of Besodeiah
Which some think was so called because it led to the old city Salem. Dr. Lightfoot F1 thinks it is the same with the second or third gate, ( Zephaniah 1:10 ) . According to Vatablus, it was the gate of the old pool, ( Isaiah 22:11 ) , or rather, perhaps, it was the gate of the old wall Josephus speaks of {b}; it led to the north of the land:

they laid the beams thereof;
as in ( Nehemiah 3:3 ) .


FOOTNOTES:

F1 Ut supra. (Chorograph. Cent. of the Land of Israel, c. 26. p. 27. vol. 2.)
F2 De Bello Jud. l. 5. c. 4. sect. 2, 3.

Nehemia 3:6 In-Context

4 En aan hun hand verbeterde Meremoth, de zoon van Uria, den zoon van Koz; en aan hun hand verbeterde Mesullam, de zoon van Berechja, den zoon van Mesezabeel; en aan hun hand verbeterde Zadok, zoon van Baena.
5 Voorts aan hun hand verbeterden de Thekoieten; maar hun voortreffelijken brachten hun hals niet tot den dienst huns Heeren.
6 En de Oude poort verbeterden Jojada, de zoon van Paseah, en Mesullam, de zoon van Besodja; deze zolderden zij, en richtten haar deuren op, met haar sloten en haar grendelen.
7 En aan hun hand verbeterden Melatja, de Gibeoniet, en Jadon, de Meronothiet, de mannen van Gibeon en van Mizpa; tot aan den stoel des landvoogds aan deze zijde der rivier.
8 Aan zijn hand verbeterde Uzziel, de zoon van Harhoja, een der goudsmeden, en aan zijn hand verbeterde Hananja, de zoon van een der apothekers; en zij lieten Jeruzalem tot aan den breden muur.
The Dutch Staten Vertaling translation is in the public domain.