Nehemia 9:24

24 Alzo zijn de kinderen daarin gekomen, en hebben dat land erfelijk ingenomen; en Gij hebt de inwoners des lands, de Kanaanieten, voor hun aangezicht ten ondergebracht, en hebt hen in hun hand gegeven, mitsgaders hun koningen en de volken des lands, om daarmede te doen naar hun welgevallen.

Nehemia 9:24 Meaning and Commentary

Nehemiah 9:24

So the children went in and possessed the land
Not the fathers of the Israelites that came out of Egypt, they died in the wilderness, all excepting two, but their children, which seems to be the reason of this manner of expression, see ( Numbers 14:30-33 )

and thou subduedst before them the inhabitants of the land, the
Canaanites;
by means of Joshua, the general of the armies of Israel; there is an elegant paronomania in the word for "subdue", and the Canaanites, which cannot be expressed in our language:

and gavest them into their hands, with their kings, and the people of
the land, that they might do with them as they would;
no less than thirty one kings, see ( Joshua 12:9-24 ) .

Nehemia 9:24 In-Context

22 Voorts hebt Gij hun koninkrijken en volken gegeven, en hebt hen verdeeld in hoeken. Alzo hebben zij erfelijk bezeten het land van Sihon, te weten, het land des konings van Hesbon, en het land van Og, koning van Basan.
23 Gij hebt ook hun kinderen vermenigvuldigd, als de sterren des hemels; en Gij hebt hen gebracht in het land, waarvan Gij tot hun vaderen hadt gezegd, dat zij zouden ingaan om het erfelijk te bezitten.
24 Alzo zijn de kinderen daarin gekomen, en hebben dat land erfelijk ingenomen; en Gij hebt de inwoners des lands, de Kanaanieten, voor hun aangezicht ten ondergebracht, en hebt hen in hun hand gegeven, mitsgaders hun koningen en de volken des lands, om daarmede te doen naar hun welgevallen.
25 En zij hebben vaste steden en een vet land ingenomen, en erfelijk bezeten, huizen, vol van alle goed, uitgehouwen bornputten, wijngaarden, olijfgaarden en bomen van spijze, in menigte; en zij hebben gegeten, en zijn zat en vet geworden, en hebben in wellust geleefd, door Uw grote goedigheid.
26 Maar zij zijn wederspannig geworden, en hebben tegen U gerebelleerd, en Uw wet achter hun rug geworpen, en Uw profeten gedood die tegen hen betuigden, om hen te doen wederkeren tot U; alzo hebben zij grote lasteren gedaan.
The Dutch Staten Vertaling translation is in the public domain.