Numberi 14:39

39 En Mozes sprak deze woorden tot al de kinderen Israels. Toen treurde het volk zeer.

Numberi 14:39 Meaning and Commentary

Numbers 14:39

And Moses told these sayings unto all the children of Israel,
&c.] That all that had murmured, who were of twenty years old and upwards, should die in the wilderness, and never see nor enter into the land of Canaan, on the borders of which they now were: and the people mourned greatly;
because of their unhappy case, that they should be cut off by death in the wilderness, and be deprived of the enjoyment of the good land; their sorrow seems to have been not a godly sorrow, or true repentance for sin committed, but a worldly sorrow that works death; it was not on account of the evil of sin, the pardon of which they did not seem to seek after, but on account of the evil that was likely to come to them by it.

Numberi 14:39 In-Context

37 Diezelfde mannen, die een kwaad gerucht van dat land voortgebracht hadden, stierven door een plaag, voor het aangezicht des HEEREN.
38 Maar Jozua, de zoon van Nun, en Kaleb, de zoon van Jefunne, bleven levende van de mannen, die heengegaan waren, om het land te verspieden.
39 En Mozes sprak deze woorden tot al de kinderen Israels. Toen treurde het volk zeer.
40 En zij stonden des morgens vroeg op, en klommen op de hoogte des bergs, zeggende: Ziet, hier zijn wij, en wij zullen optrekken tot de plaats, die de HEERE gezegd heeft; want wij hebben gezondigd!
41 Maar Mozes zeide: Waarom overtreedt gij alzo het bevel des HEEREN? Want dat zal geen voorspoed hebben.
The Dutch Staten Vertaling translation is in the public domain.