Numberi 16:40

40 Ter nagedachtenis voor de kinderen Israels, opdat niemand vreemds, die niet uit het zaad van Aaron is, nadere om reukwerk aan te steken voor het aangezicht des HEEREN; opdat hij niet worde als Korach, en zijn vergadering, gelijk als hem de HEERE door den dienst van Mozes gesproken had.

Numberi 16:40 Meaning and Commentary

Numbers 16:40

[To be] a memorial unto the children of Israel
The whole body of them; this explains what is meant by sign, ( Numbers 16:38 ) ; that it was to put or keep in mind what follows:

that no stranger which [is] not of the seed of Aaron come near to offer
incense before the Lord;
not only any Gentile but any Israelite, and not any Israelite only, but any Levite; none but those of the family of Aaron might offer incense before the Lord;

that he be not as Korah and as his company;
this makes it clear that Korah perished at this time, though it is nowhere expressed; and it seems pretty plain from hence that he perished by fire, as his company, the two hundred fifty men with censers, did:

as the Lord said unto him by the hand of Moses;
either to Korah, who is the immediate antecedent, and who perished as the Lord had told him by Moses he should; so some understand it, mentioned by Aben Ezra and Jarchi; or else to Aaron, as they interpret it; and then the sense is, that none but those of Aaron's seed should offer incense, as the Lord had declared to him by Moses; see ( Numbers 3:10 ) ; or it may be rather to Eleazar, as Abendana, who did as the Lord spake to him by Moses, took up the censers of the men that were burnt, and got them beaten into broad plates, and covered the altar of burnt offering with them.

Numberi 16:40 In-Context

38 Te weten de wierookvaten van dezen, die tegen hun zielen gezondigd hebben; dat men uitgerekte platen daarvan make, tot een overdeksel voor het altaar; want zij hebben ze gebracht voor het aangezicht des HEEREN, daarom zijn zij heilig; en zij zullen den kinderen Israels tot een teken zijn.
39 En Eleazar, de priester, nam de koperen wierookvaten, die de verbranden gebracht hadden, en zij rekten ze uit tot een overtreksel voor het altaar;
40 Ter nagedachtenis voor de kinderen Israels, opdat niemand vreemds, die niet uit het zaad van Aaron is, nadere om reukwerk aan te steken voor het aangezicht des HEEREN; opdat hij niet worde als Korach, en zijn vergadering, gelijk als hem de HEERE door den dienst van Mozes gesproken had.
41 Maar des anderen daags murmureerde de ganse vergadering der kinderen Israels tegen Mozes en tegen Aaron, zeggende: Gijlieden hebt des HEEREN volk gedood!
42 En het geschiedde, als de vergadering zich verzamelde tegen Mozes en Aaron, en zich wendde naar de tent der samenkomst, ziet, zo bedekte haar die wolk; en de heerlijkheid des HEEREN verscheen.
The Dutch Staten Vertaling translation is in the public domain.