Numberi 16:42

42 En het geschiedde, als de vergadering zich verzamelde tegen Mozes en Aaron, en zich wendde naar de tent der samenkomst, ziet, zo bedekte haar die wolk; en de heerlijkheid des HEEREN verscheen.

Numberi 16:42 Meaning and Commentary

Numbers 16:42

And it came to pass, when the congregation was gathered
against Moses and against Aaron
To kill them, as the Targum of Jonathan adds; who, perhaps, upon uttering their murmurs, made up to them, and by their gestures showed an intention to murder them:

that they looked toward the tabernacle of the congregation;
either the people did, to see whether they could observe any appearance of the displeasure of God against them; or rather Moses and Aaron looked that way for help and deliverance in this extreme danger, knowing there was no salvation for them but of the Lord, ( Jeremiah 3:23 ) ;

and, behold, the cloud covered it;
as when it was first erected, and which was a token of the divine Presence, ( Numbers 9:15 Numbers 9:16 ) ; perhaps it had dispersed immediately upon the death of the rebels, and now returned again in favour of the servants of the Lord:

and the glory of the Lord appeared;
in the cloud, as in ( Numbers 16:19 ) ; to encourage Moses and Aaron, and to deliver them out of the hands of the people, and to the terror of them.

Numberi 16:42 In-Context

40 Ter nagedachtenis voor de kinderen Israels, opdat niemand vreemds, die niet uit het zaad van Aaron is, nadere om reukwerk aan te steken voor het aangezicht des HEEREN; opdat hij niet worde als Korach, en zijn vergadering, gelijk als hem de HEERE door den dienst van Mozes gesproken had.

41 Maar des anderen daags murmureerde de ganse vergadering der kinderen Israels tegen Mozes en tegen Aaron, zeggende: Gijlieden hebt des HEEREN volk gedood!

42 En het geschiedde, als de vergadering zich verzamelde tegen Mozes en Aaron, en zich wendde naar de tent der samenkomst, ziet, zo bedekte haar die wolk; en de heerlijkheid des HEEREN verscheen.

43 Mozes nu en Aaron kwamen tot voor de tent der samenkomst.

44 Toen sprak de HEERE tot Mozes, zeggende: