Numberi 21:20

20 En van Bamoth tot het dal, dat in het veld van Moab is, aan de hoogte van Pisga, en dat tegen de wildernis ziet.

Numberi 21:20 Meaning and Commentary

Numbers 21:20

And from Bamoth, [in] the valley
Or rather "to the valley", as the Targum of Onkelos, since Bamoth signifies high places; though, according to the Jerusalem Talmud ^F15, Bamoth, Baal, which seems to be the same place, was in a plain:

that is in the country of Moab;
the valley belonged to Moab, into which Israel came:

to the top of Pisgah;
not that the valley reached to the top, nor did the children of Israel go to the top of it, only Moses, but rather to the bottom, which indeed is meant; for it intends the beginning of it, where Pisgah, which was an high mountain near the plains of Moab, began, and which was properly the foot of it:

which looketh towards Jeshimon;
that is, Pisgah, as Jarchi rightly interprets it, which looked over a place called Jeshimon; and which signifies a wilderness, and is no other indeed than the wilderness of Kedemoth, ( Deuteronomy 2:26 ) for from thence the following messengers were sent.

---

FOOTNOTES:

F15 Sheviith, fol. 38. 4.

Numberi 21:20 In-Context

18 Gij put, dien de vorsten gegraven hebben, dien de edelen des volks gedolven hebben, door den wetgever, met hun staven.) En van de woestijn reisden zij naar Mattana;

19 En van Mattana tot Nahaliel; en van Nahaliel tot Bamoth;

20 En van Bamoth tot het dal, dat in het veld van Moab is, aan de hoogte van Pisga, en dat tegen de wildernis ziet.

21 Toen zond Israel boden tot Sihon, den koning der Amorieten, zeggende:

22 Laat mij door uw land trekken. Wij zullen niet afwijken in de akkers, noch in de wijngaarden; wij zullen het water der putten niet drinken; wij zullen op den koninklijken weg gaan, totdat wij uw landpale doorgetogen zijn.