Numberi 32:6

6 Maar Mozes zeide tot de kinderen van Gad en tot de kinderen van Ruben: Zullen uw broeders ten strijde gaan, en zult gijlieden hier blijven?

Numberi 32:6 Meaning and Commentary

Numbers 32:6

And Moses said unto the children of Gad, and to the children of
Reuben
Being displeased with their motion, as his following discourse shows, it having at first sight an appearance of covetousness and cowardice:

shall your brethren go to war, and shall ye sit here?
it is not reasonable that your brethren should be left by you and engage in a war with your common enemies, to dispossess them of their land before they can settle in it and you remain here easy and quiet in the possession of a fruitful country.

Numberi 32:6 In-Context

4 Dit land, hetwelk de HEERE voor het aangezicht der vergadering van Israel geslagen heeft, is een land voor vee; en uw knechten hebben vee.
5 Voorts zeiden zij: Indien wij genade in uw ogen gevonden hebben, dat ditzelve land aan uw knechten gegeven worde tot een bezitting; en doe ons niet trekken over de Jordaan.
6 Maar Mozes zeide tot de kinderen van Gad en tot de kinderen van Ruben: Zullen uw broeders ten strijde gaan, en zult gijlieden hier blijven?
7 Waarom toch zult gij het hart der kinderen Israels breken, dat zij niet overtrekken naar het land, dat de HEERE hun gegeven heeft?
8 Zo deden uw vaders, als ik hen van Kades-Barnea zond, om dit land te bezien.
The Dutch Staten Vertaling translation is in the public domain.