Numberi 36:4

4 Als ook de kinderen Israels een jubeljaar zullen hebben, zo zou haar erfenis toegedaan zijn tot de erfenis van dien stam, aan welken zij zouden geworden zijn; alzo zou haar erfenis van de erfenis van den stam onzer vaderen afgetrokken worden.

Numberi 36:4 Meaning and Commentary

Numbers 36:4

And when the jubilee of the children of Israel shall be
At which time inheritances were to be restored to the original proprietors of them; yet this would be of no service in the present case, but rather the contrary, since it would fix the inheritances of these daughters in another tribe or in other tribes into which they should marry; and so Aben Ezra and Jarchi interpret it, "though" there shall be a jubilee, that will be of no advantage; it will not remedy this inconvenience: for

then shall their inheritance be put unto the inheritance of the tribe
whereunto they are received;
it being one principal part of the business of the jubilee year to settle the inheritances of every tribe; and these daughters being married into another tribe, of consequence their inheritance would be placed there; or should it be sold by their husbands, or their sons, at the year of jubilee it would be restored to them as of such a tribe:

so shall their inheritance be taken away from the inheritance of the
tribe of our fathers;
and thereby be a lessening of it; and every tribe being ambitious of preserving and increasing its grandeur, this affair sensibly affected the heads of this tribe.

Numberi 36:4 In-Context

2 En zeiden: De HEERE heeft mijn heer geboden, dat land door het lot aan de kinderen Israels in erfenis te geven; en mijn heer is door den HEERE geboden, de erfenis van onzen broeder Zelafead te geven aan zijn dochteren.
3 Wanneer zij een van de zonen der andere stammen van de kinderen Israels tot vrouwen zouden worden, zo zou haar erfenis van de erfenis onzer vaderen afgetrokken worden, en toegedaan zijn tot de erfenis van dien stam, aan welken zij geworden zouden; alzo zou van het lot onzer erfenis worden afgetrokken.
4 Als ook de kinderen Israels een jubeljaar zullen hebben, zo zou haar erfenis toegedaan zijn tot de erfenis van dien stam, aan welken zij zouden geworden zijn; alzo zou haar erfenis van de erfenis van den stam onzer vaderen afgetrokken worden.
5 Toen gebood Mozes den kinderen Israels, naar des HEEREN mond, zeggende: De stam der kinderen van Jozef spreekt recht.
6 Dit is het woord, dat de HEERE van de dochteren van Zelafead geboden heeft, zeggende: Laat zij dien tot vrouwen worden, die in haar ogen goed zal zijn; alleenlijk, dat zij aan het geslacht van haars vaders stam tot vrouwen worden.
The Dutch Staten Vertaling translation is in the public domain.