1 Samuël 31:4-6

4 Toen zeide Saul tot zijn wapendrager: Trek uw zwaard uit, en doorsteek mij daarmede, dat misschien deze onbesnedenen niet komen, en mij doorsteken, en met mij den spot drijven. Maar zijn wapendrager wilde niet, want hij vreesde zeer. Toen nam Saul het zwaard, en viel daarin.
5 Toen zijn wapendrager zag, dat Saul dood was, zo viel hij ook in zijn zwaard en stierf met hem.
6 Alzo stierf Saul, en zijn drie zonen, en zijn wapendrager, ook al zijn mannen, te dienzelven dage te gelijk.

1 Samuël 31:4-6 Meaning and Commentary

INTRODUCTION TO FIRST SAMUEL 31

This chapter gives an account of the battle between the Philistines and the Israelites, which had been preparing for, and the issue of it; in which Saul, his three sons, and his servants, were slain, upon which his army fled, and several of his cities were taken, 1Sa 31:1-7; what the Philistines did with his body and his armour, 1Sa 31:8-10; the former of which, together with the bodies of his sons, the men of Jabeshgilead rescued, and burnt them, and buried their bones under a tree at Jabesh, expressing great sorrow and concern, 1Sa 31:11-13.

The Dutch Staten Vertaling translation is in the public domain.