Jesaja 21:1-10

1 De last der woestijn aan de zee. Gelijk de wervelwinden in het zuiden henen doorgaan, zal hij uit de woestijn komen, uit een vreselijk land.
2 Een hard gezicht is mij te kennen gegeven: die trouweloze handelt trouwelooslijk, en die verstoorder verstoort; trek op, o Elam! beleger ze, o Media! Ik heb al haar zuchting doen ophouden.
3 Daarom zijn mijn lendenen vol van grote krankheid, bange weeen hebben mij aangegrepen, gelijk de bange weeen van een, die baart; ik krom mij van horen, ik word ontsteld van het aanzien.
4 Mijn hart dwaalt, gruwen verschrikt mij, de schemering, waar ik naar verlangd heb, stelt Hij mij tot beving.
5 Bereid de tafel, zie toe, gij wachter! eet, drink; maakt u op, gij vorsten, bestrijkt het schild!
6 Want aldus heeft de Heere tot mij gezegd: Ga heen, zet een wachter, laat hem aanzeggen, wat hij ziet.
7 En hij zag een wagen, een paar ruiters, een wagen met ezels, een wagen met kemels; en hij merkte zeer nauw op, met grote opmerking.
8 En hij riep: Een leeuw, Heere! ik sta op den wachttoren geduriglijk bij dag, en op mijn hoede zet ik mij ganse nachten.
9 En zie nu, daar komt een wagen mannen, en een paar ruiters! Toen antwoordde hij, en zeide: Babel is gevallen, zij is gevallen! en al de gesneden beelden harer goden heeft Hij verbroken tegen de aarde.
10 O mijn dorsing, en de tarwe mijns dorsvloers! wat ik gehoord heb van den HEERE der heirscharen, den God Israels, dat heb ik ulieden aangezegd.

Jesaja 21:1-10 Meaning and Commentary

INTRODUCTION TO ISAIAH 21

This chapter contains prophecies against Babylon, Idumea, and Arabia. The prophecy against Babylon is called "the burden of the desert of the sea"; whose enemies are described by the fierce manner of their coming, and by the land from whence they came, Isa 21:1 which vision being declared to the prophet, is called a grievous one; what made it so was treachery among themselves; and the Medes and Persians are invited to besiege them, Isa 21:2 their terror and distress upon it are represented by the pains of a woman in travail, whom the prophet personates, Isa 21:3,4 and by the methods they took to defend themselves, to which they were alarmed, when in the greatest security and jollity, Isa 21:5 all which is illustrated by the vision of the watchman, who saw the Medes and Persians on the march, signified by a chariot and a couple of horsemen, who declares the fall of Babylon, and the destruction of its gods, Isa 21:6-9 which would issue in the good and comfort of the church and people of God, Isa 21:10 then follows the prophecy against Idumea, which consists of a question put to the watchman, and his answer to it; to which an exhortation is added, Isa 21:11,12 and the chapter concludes with another prophecy against Arabia: the calamities threatened are lodging in a forest, thirst, famine, and fleeing from the sword Isa 21:13-15, and the time is fixed when all this should be, by which their glory would fail, and the number of their archers and mighty men be lessened; for the confirmation of which the divine testimony is annexed, Isa 21:16,17.

The Dutch Staten Vertaling translation is in the public domain.