Nehemia 13:10-14

10 Ook vernam ik, dat der Levieten deel hun niet gegeven was; zodat de Levieten en de zangers, die het werk deden, gevloden waren, een iegelijk naar zijn akker.
11 En ik twistte met de overheden, en zeide: Waarom is het huis Gods verlaten? Doch ik vergaderde hen, en herstelde ze in hun stand.
12 Toen bracht gans Juda de tienden van het koren, en van den most, en van de olie, in de schatten.
13 En ik stelde tot schatmeesters over de schatten, Selemja, den priester, en Zadok, den schrijver, en Pedaja, uit de Levieten; en aan hun hand Hanan, den zoon van Zakkur, den zoon van Matthanja; want zij werden getrouw geacht, en hun werd opgelegd aan hun broederen uit te delen.
14 Gedenk mijner, mijn God, in dezen; en delg mijn weldadigheden niet uit, die ik aan het huis mijns Gods en aan Zijn wachten gedaan heb.

Nehemia 13:10-14 Meaning and Commentary

INTRODUCTION TO NEHEMIAH 13

This chapter relates the reformation of various abuses crept in among the Jews by Nehemiah, who removed the Moabites and Ammonites, mixed with them, Ne 13:1-3, threw the household goods of Tobiah out of a chamber of the temple, and restored it to its former use, Ne 13:4-9, took care that the Levites had their portion given them which had been kept from them, Ne 13:10-14 prevented the profanation of the sabbath by selling goods on that day, Ne 13:15-22, and put a stop to the marrying of strange wives, which had prevailed again among them, Ne 13:23-31.

The Dutch Staten Vertaling translation is in the public domain.