Psalmen 27:11

11 HEERE! leer mij Uw weg, en leid mij in het rechte pad, om mijner verspieders wil.

Psalmen 27:11 Meaning and Commentary

Psalms 27:11

Teach me thy way, O Lord
Of providence, grace, and duty; (See Gill on Psalms 25:4);

and lead me in a plain path:
as the path of truth is to those that understand and find knowledge; and as the way of holiness is, even to such who in other things are fools, but shall not err therein, ( Proverbs 8:9 ) ( Isaiah 35:8 ) ; or the path of righteousness, in which Christ, the wisdom of God, and shepherd of his people, leads them, ( Psalms 23:3 ) ( Proverbs 8:20 ) ;

because of mine enemies,
or "those that observe me"; who eyed him as Saul did, ( 1 Samuel 18:9 ) ; and waited for his halting, as Jeremiah's familiars did for him; and lay in wait to deceive him, and lead him out of the way, as false teachers do; and come upon him at an unawares, and take every advantage against him, as Satan does.

Psalmen 27:11 In-Context

9 Verberg Uw aangezicht niet voor mij, keer Uw knecht niet af in toorn; Gij zijt mijn Hulp geweest, begeef mij niet, en verlaat mij niet, o God mijns heils!
10 Want mijn vader en mijn moeder hebben mij verlaten, maar de HEERE zal mij aannemen.
11 HEERE! leer mij Uw weg, en leid mij in het rechte pad, om mijner verspieders wil.
12 Geef mij niet over in de begeerte mijner tegenpartijders; want valse getuigen zijn tegen mij opgestaan, mitsgaders die wrevel uitblaast.
13 Zo ik niet had geloofd, dat ik het goede des HEEREN zou zien in het land der levenden, ik ware vergaan.
The Dutch Staten Vertaling translation is in the public domain.