Richtere 16:26

26 Toen zeide Simson tot den jongen, die hem bij de hand hield: Laat mij gaan, dat ik de pilaren betaste, op dewelke het huis gevestigd is, dat ik daaraan leune.

Richtere 16:26 Meaning and Commentary

Judges 16:26

And Samson said to the lad that held him by the hand
And led him about; as nothing is more common now than for a blind man to be led by a boy:

suffer me that I may feel the pillars whereupon the house standeth;
he might by information know in what manner the house was built, that it was supported by pillars, if he had never been in it before when he had his sight; and he might understand, by some means or another, that he was near these pillars, and placed between them, though being blind, did not know which way to direct his hands towards them to feel them, as he proposed to do, and therefore desired the lad that led him to guide his hands towards them:

that I may lean upon them;
being, as he might at least pretend to be, weary, as Josephus says F24; either by grinding at the mill, or through being led to and fro in this house, that all might see him, and cast their flouts and jeers at him,


FOOTNOTES:

F24 Ut supra. (Antiqu. l. 5. c. 8. sect. 12.)

Richtere 16:26 In-Context

24 Desgelijks als hem het volk zag, loofden zij hun god, want zij zeiden: Onze god heeft in onze hand gegeven onzen vijand, en die ons land verwoestte, en die onzer verslagenen velen maakte!
25 En het geschiedde, als hun hart vrolijk was, dat zij zeiden: Roept Simson, dat hij voor ons spele. En zij riepen Simson uit het gevangenhuis; en hij speelde voor hun aangezichten, en zij deden hem staan tussen de pilaren.
26 Toen zeide Simson tot den jongen, die hem bij de hand hield: Laat mij gaan, dat ik de pilaren betaste, op dewelke het huis gevestigd is, dat ik daaraan leune.
27 Het huis nu was vol mannen en vrouwen; ook waren daar alle vorsten der Filistijnen; en op het dak waren omtrent drie duizend mannen en vrouwen, die toezagen, als Simson speelde.
28 Toen riep Simson tot den HEERE, en zeide: Heere, HEERE! gedenk toch mijner, en sterk mij toch alleenlijk ditmaal, o God! dat ik mij met een wrake voor mijn twee ogen aan de Filistijnen wreke.
The Dutch Staten Vertaling translation is in the public domain.