Richtere 16:24

24 Desgelijks als hem het volk zag, loofden zij hun god, want zij zeiden: Onze god heeft in onze hand gegeven onzen vijand, en die ons land verwoestte, en die onzer verslagenen velen maakte!

Richtere 16:24 Meaning and Commentary

Judges 16:24

And when the people saw him
In the condition he was, blinded and fettered, of whom and of his great exploits they had heard so much: they praised their god; as Belshazzar did his, ( Daniel 5:4 ) in hymns and songs composed for them, the substance of which was as follows:

for they said, our god hath delivered into our hands our enemy, and the
destroyer of our country;
as he had been, by tying firebrands to the tails of three hundred foxes, and letting them go into their cornfields, vineyards, and oliveyards:

which slew many of us;
thirty men at Ashkelon, more at Timnath, and 1000 with the jawbone of an ass at Lehi.

Richtere 16:24 In-Context

22 En het haar zijns hoofds begon weder te wassen, gelijk toen hij geschoren werd.
23 Toen verzamelden zich de vorsten der Filistijnen, om hun god Dagon een groot offer te offeren, en tot vrolijkheid; en zij zeiden: Onze god heeft onze vijand Simson in onze hand gegeven.
24 Desgelijks als hem het volk zag, loofden zij hun god, want zij zeiden: Onze god heeft in onze hand gegeven onzen vijand, en die ons land verwoestte, en die onzer verslagenen velen maakte!
25 En het geschiedde, als hun hart vrolijk was, dat zij zeiden: Roept Simson, dat hij voor ons spele. En zij riepen Simson uit het gevangenhuis; en hij speelde voor hun aangezichten, en zij deden hem staan tussen de pilaren.
26 Toen zeide Simson tot den jongen, die hem bij de hand hield: Laat mij gaan, dat ik de pilaren betaste, op dewelke het huis gevestigd is, dat ik daaraan leune.
The Dutch Staten Vertaling translation is in the public domain.