Richtere 20:43

43 Zij omringden Benjamin, zij vervolgden hem, zij vertraden hem gemakkelijk, tot voor Gibea, tegen den opgang der zon.

Richtere 20:43 Meaning and Commentary

Judges 20:43

Thus they enclosed the Benjaminites round about
Surrounded them on all sides, the army of Israel being posted in different places, and people coming out of all the cities to their assistance. Josephus F1 says, they were forced into, and cooped up, in a hollow place in a valley, so that they could not escape:

and chased them;
or "caused to pursue" F2; calling after them a pursuit, crying to one another as they went along, saying, pursue them, pursue them; so Jarchi and Kimchi; which cry, as it inspired the pursuers with zeal, so they pursued with terror:

and trod them down with ease;
they making no resistance, being quite dispirited; the Targrim is,

``from the house of their rest,''

where they took up their rest, and designed to rest that night, but could not, being so closely pursued, and diligently sought after. Some take "menuchah", rendered "ease", to be the name of a place, from or unto which they were pursued and trodden down, see ( 1 Chronicles 2:52 ) and so the Septuagint seems to take it for the name of a place, rendering it, "from Noua":

over against Gibeah, towards the sunrising;
that is, as Jarchi interprets it, to the east of Gibeah, there was this overthrow and slaughter made.


FOOTNOTES:

F1 Ut supra. (Antiqu. l. 5. c. 2. sect. 10.)
F2 (whpydrh) "persequi fecerunt eum", Pagninus, Montanus, Drusius; "vel eos", Vatablus.

Richtere 20:43 In-Context

41 En de mannen van Israel keerden zich om; en de mannen van Benjamin werden verbaasd, want zij zagen, dat het kwaad hen treffen zou.
42 Zo wendden zij zich voor het aangezicht der mannen van Israel naar den weg der woestijn; maar de strijd kleefde hen aan, en die uit de steden vernielden ze in het midden van hen.
43 Zij omringden Benjamin, zij vervolgden hem, zij vertraden hem gemakkelijk, tot voor Gibea, tegen den opgang der zon.
44 En er vielen van Benjamin achttien duizend mannen; deze allen waren strijdbare mannen.
45 Toen keerden zij zich, en vloden naar de woestijn, tot den rotssteen van Rimmon; maar zij deden een nalezing onder hen op de straten, van vijf duizend man; voorts kleefden zij hen achteraan tot aan Gideom, en sloegen van hen twee duizend man.
The Dutch Staten Vertaling translation is in the public domain.