Richtere 8:14

14 Zo ving hij een jongen van de lieden te Sukkoth, en ondervraagde hem; die schreef hem op de oversten van Sukkoth, en hun oudsten, zeven en zeventig mannen.

Richtere 8:14 Meaning and Commentary

Judges 8:14

And caught a young man of the men of Succoth, and inquired of
him
Just before he came to the city, he spied a young man which belonged to it, and laid hold on him, and inquired of him about the chief magistrates of the city, who they were, what their names, and their places of abode:

and he described unto him the princes of Succoth, and the elders
thereof, even seventy seven men;
by which it appears that this was no inconsiderable city to have so many princes and elders in it; these the young man described to Gideon, what sort of men they were, what their names, and where they dwelt: or "he wrote unto him" F25; wrote down their names, and what part of the city they dwelt in; or Gideon took down in writing for himself their names and places of abode from the young man, that he might not forget: and in this Gideon showed great wisdom, and strict justice; being desirous to punish only the delinquents, and not the innocent with the wicked, the people with their rulers; for though he asked bread of the men of Succoth, the answer was returned in the ill natured manner it was by the princes.


FOOTNOTES:

F25 (wyla btkyw) "et scripsit ad eum", Montanus, Piscator; "et scripsit sibi", Pagninus, Munster; so some in Drusius.

Richtere 8:14 In-Context

12 En Zebah en Tsalmuna vloden; doch hij jaagde hen na; en hij ving de beide koningen der Midianieten, Zebah en Tsalmuna, en verschrikte het ganse leger.
13 Toen nu Gideon, de zoon van Joas, van den strijd wederkwam, voor den opgang der zon,
14 Zo ving hij een jongen van de lieden te Sukkoth, en ondervraagde hem; die schreef hem op de oversten van Sukkoth, en hun oudsten, zeven en zeventig mannen.
15 Toen kwam hij tot de lieden van Sukkoth, en zeide: Ziet daar Zebah en Tsalmuna, van dewelke gij mij smadelijk verweten hebt, zeggende: Is de handpalm van Zebah en Tsalmuna alrede in uw hand, dat wij aan uw mannen, die moede zijn, brood zouden geven?
16 En hij nam de oudsten dier stad, en doornen der woestijn, en distelen, en deed het den lieden van Sukkoth door dezelve verstaan.
The Dutch Staten Vertaling translation is in the public domain.