Richtere 9:1

1 Abimelech nu, de zoon van Jerubbaal, ging henen naar Sichem, tot de broeder zijner moeder; en hij sprak tot hen, en tot het ganse geslacht van het huis van den vader zijner moeder, zeggende:

Richtere 9:1 Meaning and Commentary

Judges 9:1

And Abimelech the son of Jerubbaal went to Shechem, unto
his mother's brethren
It seems that though the mother of Abimelech lived at Shechem, he was taken and brought up in his father's house at Ophrah, where he was when he died; and from hence he came to Shechem, to pay a visit to his uncles there; whether his mother was now living, is not certain:

and communed with them;
about the death of his father, the state of his family, and the government of Israel:

and with all the family of the house of his mother's father;
that descended from his grandfather, the several branches of them, and of the family, the heads of them at least:

saying,
as follows.

Richtere 9:1 In-Context

1 Abimelech nu, de zoon van Jerubbaal, ging henen naar Sichem, tot de broeder zijner moeder; en hij sprak tot hen, en tot het ganse geslacht van het huis van den vader zijner moeder, zeggende:
2 Spreekt toch voor de oren van alle burgers van Sichem: Wat is u beter, dat zeventig mannen, alle zonen van Jerubbaal, over u heersen, of dat een man over u heerse? Gedenkt ook, dat ik uw been en uw vlees ben.
3 Toen spraken de broeders zijner moeder van hem, voor de oren van alle burgers van Sichem, al dezelve woorden; en hun hart neigde zich naar Abimelech; want zij zeiden: Hij is onze broeder.
4 En zij gaven hem zeventig zilverlingen, uit het huis van Baal-Berith; en Abimelech huurde daarmede ijdele en lichtvaardige mannen, die hem navolgden.
5 En hij kwam in zijns vaders huis te Ofra, en doodde zijn broederen, de zonen van Jerubbaal, zeventig mannen, op een steen; doch Jotham, de jongste zoon van Jerubbaal werd overgelaten, want hij had zich verstoken.
The Dutch Staten Vertaling translation is in the public domain.