Richtere 9:3

3 Toen spraken de broeders zijner moeder van hem, voor de oren van alle burgers van Sichem, al dezelve woorden; en hun hart neigde zich naar Abimelech; want zij zeiden: Hij is onze broeder.

Richtere 9:3 Meaning and Commentary

Judges 9:3

And his mother's brethren spake of him in the ears of the men
of Shechem all these words
Got them together in some certain place, and laid before them all that Abimelech had suggested to them, and spake in his favour to them:

and their hearts inclined to follow Abimelech, for they said, he is our
brother;
being fond of kingly government, as the Israelites generally were, it seemed most agreeable to them to have one king over them, and none more acceptable than one so nearly related to them, who they doubted not, from his alliance to them, would be ready to oblige them on all occasions.

Richtere 9:3 In-Context

1 Abimelech nu, de zoon van Jerubbaal, ging henen naar Sichem, tot de broeder zijner moeder; en hij sprak tot hen, en tot het ganse geslacht van het huis van den vader zijner moeder, zeggende:

2 Spreekt toch voor de oren van alle burgers van Sichem: Wat is u beter, dat zeventig mannen, alle zonen van Jerubbaal, over u heersen, of dat een man over u heerse? Gedenkt ook, dat ik uw been en uw vlees ben.

3 Toen spraken de broeders zijner moeder van hem, voor de oren van alle burgers van Sichem, al dezelve woorden; en hun hart neigde zich naar Abimelech; want zij zeiden: Hij is onze broeder.

4 En zij gaven hem zeventig zilverlingen, uit het huis van Baal-Berith; en Abimelech huurde daarmede ijdele en lichtvaardige mannen, die hem navolgden.

5 En hij kwam in zijns vaders huis te Ofra, en doodde zijn broederen, de zonen van Jerubbaal, zeventig mannen, op een steen; doch Jotham, de jongste zoon van Jerubbaal werd overgelaten, want hij had zich verstoken.