Spreuken 28:11

11 Een rijk man is wijs in zijn ogen; maar de arme, die verstandig is, doorzoekt hem.

Spreuken 28:11 Meaning and Commentary

Proverbs 28:11

The rich man [is] wise in his own conceit
Ascribing his getting riches to his great sagacity, wisdom, and prudence; and being flattered with it by dependents on him; but the poor that hath understanding searcheth him out:
a man of good understanding, whether in things natural, civil, moral, or spiritual, though poor, as a man may be poor and yet a wise man; such an one, when he comes into company with a rich man, wise in his own conceit, he soon by conversation with him finds him out to be a very foolish man, and exposes him as one; for riches are not always to men of understanding, or all that have them are not such; and better is a poor wise man than even a foolish king; see ( Ecclesiastes 9:11 Ecclesiastes 9:15 ) ( 4:13 ) .

Spreuken 28:11 In-Context

9 Die zijn oor afwendt van de wet te horen, diens gebed zelfs zal een gruwel zijn.
10 Die de oprechten doet dwalen op een kwaden weg, zal zelf in zijn gracht vallen; maar de vromen zullen het goede beerven.
11 Een rijk man is wijs in zijn ogen; maar de arme, die verstandig is, doorzoekt hem.
12 Als de rechtvaardigen opspringen van vreugde, is er grote heerlijkheid; maar als de goddelozen opkomen, wordt de mens nauw gezocht.
13 Die zijn overtredingen bedekt, zal niet voorspoedig zijn; maar die ze bekent en laat, zal barmhartigheid verkrijgen.
The Dutch Staten Vertaling translation is in the public domain.