Spreuken 28:19

19 Die zijn land bouwt, zal met brood verzadigd worden; maar die ijdele mensen volgt, zal met armoede verzadigd worden.

Spreuken 28:19 Meaning and Commentary

Proverbs 28:19

He that tilleth his land shall have plenty of bread
Or, "shall he filled" or "satisfied with bread" F19: shall have bread enough, and to spare; provisions of all sorts, and in great plenty; (See Gill on Proverbs 12:11); but he that followeth, after vain [persons];
empty idle persons; keeps company and spends his time with them, when he should be about the business of his calling: shall have poverty enough;
or be "filled with [it]" F20; he shall be exceeding poor, reduced to the utmost distress, be clothed in rags and destitute of daily food.


FOOTNOTES:

F19 (Mxl ebvy) "saturabitur pane", Pagninus, Montanus, Mercerus, Gejerus, Schultens.
F20 (ebvy) "satiabitur", Tigurine version, Mercerus, Cocceius, Michaelis; "saturabitur", Pagninus, Montanus, Gejerus, Schultens.

Spreuken 28:19 In-Context

17 Een mens, gedrukt om het bloed ener ziel, zal naar den kuil toevlieden; men ondersteune hem niet!
18 Die oprecht wandelt, zal behouden worden; maar die zich verkeerdelijk gedraagt in twee wegen, zal in den enen vallen.
19 Die zijn land bouwt, zal met brood verzadigd worden; maar die ijdele mensen volgt, zal met armoede verzadigd worden.
20 Een gans getrouw man zal veelvoudig zijn in zegeningen; maar die haastig is, om rijk te worden, zal niet onschuldig wezen.
21 De aangezichten te kennen, is niet goed; want een man zal om een stuk broods overtreden.
The Dutch Staten Vertaling translation is in the public domain.