1 Samuël 6:14-21

14 En de wagen kwam op den akker van Jozua, den Beth-semiet, en bleef daar staande; en daar was een grote steen, en zij kloofden het hout van den wagen, en offerden de koeien den HEERE ten brandoffer.
15 En de Levieten namen de ark des HEEREN af en het koffertje, dat daarbij was, waarin de gouden kleinoden waren, en zetten ze op dien groten steen; en die lieden van Beth-Semes offerden brandofferen, en slachtten slachtofferen den HEERE, op denzelven dag.
16 En als de vijf vorsten der Filistijnen zulks gezien hadden, zo keerden zij weder op denzelven dag naar Ekron.
17 Dit nu zijn de gouden spenen, die de Filistijnen aan den HEERE ten schuldoffer vergolden hebben: Voor Asdod een voor Gaza een, voor Askelot een, voor Gath een, voor Ekron een.
18 Ook gouden muizen, naar het getal van alle steden der Filistijnen, onder de vijf vorsten, van de vaste steden af tot aan de landvlekken; en tot aan Abel, den groten steen, op denwelken zij de ark des HEEREN nedergesteld hadden, die tot op dezen dag is op den akker van Jozua, den Beth-semiet.
19 En de Heere sloeg onder die lieden van Beth-Semes, omdat zij in de ark des HEEREN gezien hadden; ja, Hij sloeg van het volk zeventig mannen, en vijftig duizend mannen. Toen bedreef het volk rouw, omdat de HEERE een groten slag onder het volk geslagen had.
20 Toen zeiden de lieden van Beth-Semes: Wie zou kunnen bestaan voor het aangezicht van de HEERE, dezen heiligen God? En tot wien van ons zal Hij optrekken?
21 Zo zonden zij boden tot de inwoners van Kirjath-Jearim, zeggende: De Filistijnen hebben de ark des HEEREN wedergebracht; komt af, haalt ze opwaarts tot u.

1 Samuël 6:14-21 Meaning and Commentary

INTRODUCTION TO FIRST SAMUEL 6

In this chapter we are told the Philistines advised with their priests what to do with the ark, and wherewith to send it home, 1Sa 6:1,2 whose advice was to send with it a trespass offering, golden images of emerods and mice, and to put it on a new cart, and the images in a coffer on the side of the ark, and draw it with two cows, 1Sa 6:3-8, and gave them a token whereby they might know whether they had been smitten by the God of Israel or not, 1Sa 6:9 which advice they took, and acted in all things according to it; and the lords of the Philistines accompanied the ark to the border of Bethshemesh, 1Sa 6:10-12, where they of Bethshemesh received it with joy, and offered the kine for a burnt offering to the Lord, and the Levites took care of the ark and presents in it, and the lords of the Philistines returned home, 1Sa 6:13-18, but they of Bethshemesh looking into the ark were smitten of God, upon which they sent to the men of Kirjathjearim to fetch it from them, 1Sa 6:19-21.

The Dutch Staten Vertaling translation is in the public domain.