2 Koningen 3:1-6

1 Joram nu, de zoon van Achab, werd koning over Israel te Samaria, in het achttiende jaar van Josafat, den koning van Juda, en hij regeerde twaalf jaren.
2 En hij deed dat kwaad was in de ogen des HEEREN, doch niet gelijk zijn vader en gelijk zijn moeder; want hij deed dag opgerichte beeld van Baal weg, hetwelk zijn vader gemaakt had.
3 Evenwel hing hij de zonden van Jerobeam, den zoon van Nebat, aan, die Israel deed zondigen; hij week daarvan niet af.
4 Mesa nu, de koning der Moabieten, was een veehandelaar, en bracht op aan den koning van Israel honderd duizend lammeren, en honderd duizend rammen met de wol.
5 Maar het geschiedde, als Achab gestorven was, dat de koning der Moabieten van den koning van Israel afviel.
6 Zo toog de koning Joram ter zelfder tijd uit Samaria, en monsterde gans Israel.

2 Koningen 3:1-6 Meaning and Commentary

INTRODUCTION TO 2 KINGS 3

This chapter gives the character of Jehoram king of Israel, 2Ki 3:1-3, relates the rebellion of the king of Moab against him, 2Ki 3:4,5, the war that he and his allies entered into on that account, 2Ki 3:6-9 the distress the combined army were in for want of water, their application upon this to Elisha, who promised them water, and they had it in a wonderful manner, 2Ki 3:10-20 and the chapter is concluded with the rout of the Moabites, and the barbarity of their king to his eldest son, 2Ki 3:21-27.

The Dutch Staten Vertaling translation is in the public domain.