2 Kronieken 13:16-22

16 En de kinderen Israels vloden voor het aangezicht van Juda; en God gaf hen in hun hand.
17 Abia dan, en zijn volk, sloeg hen met een groten slag; want uit Israel vielen verslagen vijfhonderd duizend uitgelezen mannen.
18 Alzo werden de kinderen Israels vernederd te dier tijd; maar de kinderen van Juda werden machtig, dewijl zij op den HEERE, hunner vaderen God, gesteund hadden.
19 En Abia jaagde Jerobeam achterna, en nam van hem de steden, Beth-El met haar onderhorige plaatsen, en Jesana met haar onderhorige plaatsen, en Efron met haar onderhorige plaatsen.
20 En Jerobeam behield geen kracht meer in de dagen van Abia; maar de HEERE sloeg hem, dat hij stierf.
21 Zo versterkte zich Abia; en hij nam zich veertien vrouwen, en gewon twee en twintig zonen en zestien dochteren.
22 Het overige nu der geschiedenissen van Abia, zo zijn wegen als zijn woorden, zijn beschreven in de historie van den profeet Iddo.

2 Kronieken 13:16-22 Meaning and Commentary

INTRODUCTION TO 2 CHRONICLES 13

This chapter begins with the reign of Abijah, 2Ch 13:1,2, gives an account of a battle between him and Jeroboam, previous to which Abijah made a speech to Jeroboam and his army, to vindicate his own cause, encourage his own soldiers, and intimidate the enemy, and dissuade them from fighting, 2Ch 13:3-12 and in the mean while Jeroboam laid an ambush for him, which greatly distressed him, 2Ch 13:13,14, nevertheless he obtained a complete victory over him, 2Ch 13:15-20, and the chapter is concluded with some account of his family and reign, 2Ch 13:21,22.

The Dutch Staten Vertaling translation is in the public domain.