Exodus 28:16-26

16 Vierkant zal hij zijn, en verdubbeld; een span zal zijn lengte zijn, en een span zijn breedte.
17 En gij zult vervullende stenen daarin vullen, vier rijen stenen, een rij van een Sardis, een Topaas en een Karbonkel; dit is de eerste rij.
18 En de tweede rij van een Smaragd, een Saffier, en een Diamant.
19 En de derde rij, een Hyacinth, Agaat en Amethyst.
20 En de vierde rij van een Turkoois, en een Sardonix, en een Jaspis; zij zullen met goud ingevat zijn in hun vullingen.
21 En deze stenen zullen zijn met de twaalf namen der zonen van Israel, met hun namen; zij zullen als zegelen gegraveerd worden, elk met zijn naam; voor de twaalf stammen zullen zij zijn.
22 Gij zult ook aan den borstlap gelijkeindigende ketentjes van gedraaid werk uit louter goud maken.
23 Gij zult ook aan den borstlap twee gouden ringen maken; en gij zult de twee ringen aan de twee einden van de borstlap zetten.
24 Dan zult gij de twee gedraaide gouden ketentjes in de twee ringen doen, aan de einden van den borstlap.
25 Maar de twee einden der twee gedraaide ketentjes zult gij aan die twee kastjes doen; en gij zult ze zetten aan de schouderbanden van den efod, recht op de voorste zijde van dien.
26 Gij zult nog twee gouden ringen maken, en zult ze aan de twee einden des borstlaps zetten; inwendig aan zijn rand, die aan de zijde van de efod zijn zal.

Exodus 28:16-26 Meaning and Commentary

INTRODUCTION TO EXODUS 28

This chapter informs us of the servants God would have to minister to him in the house, or tabernacle, he had ordered to be made, even Aaron and his sons, Ex 28:1 of the garments they were to wear in their service, Ex 28:2-5 and first of the garments of the high priest, and particularly of the ephod, with the girdle, on the shoulder pieces of which were to be two onyx stones, with the names of the children of Israel engraved on them, Ex 28:6-14, and that of the breastplate of judgment, with the Urim and Thummum in it, Ex 28:15-30 and of the robe of the ephod, Ex 28:31-35, and of the mitre, Ex 28:36-39 and then of the garments of the common priests, Ex 28:40-43.

The Dutch Staten Vertaling translation is in the public domain.