Genesis 29:27-35

27 Vervul de week van deze; dan zullen wij u ook die geven, voor den dienst, dien gij nog andere zeven jaren bij mij dienen zult.
28 En Jakob deed alzo; en hij vervulde de week van deze. Toen gaf hij hem Rachel, zijn dochter, hem tot een vrouw.
29 En Laban gaf aan zijn dochter Rachel zijn dienstmaagd Bilha, haar tot een dienstmaagd.
30 En hij ging ook in tot Rachel, en had ook Rachel liever dan Lea; en hij diende bij hem nog andere zeven jaren.
31 Toen nu de HEERE zag, dat Lea gehaat was, opende Hij haar baarmoeder; maar Rachel was onvruchtbaar.
32 En Lea werd bevrucht, en baarde een zoon, en zij noemde zijn naam Ruben; want zij zeide: Omdat de HEERE mijn verdrukking heeft aangezien, daarom zal mijn man mij nu liefhebben.
33 En zij werd wederom bevrucht, en baarde een zoon, en zeide: Dewijl de HEERE gehoord heeft, dat ik gehaat was, zo heeft Hij mij ook dezen gegeven; en zij noemde zijn naam Simeon.
34 En zij werd nog bevrucht, en baarde een zoon, en zeide: Nu zal zich ditmaal mijn man bij mij voegen, dewijl ik hem drie zonen gebaard heb; daarom noemde zij zijn naam Levi.
35 En zij werd wederom bevrucht, en baarde een zoon, en zeide: Ditmaal zal ik den HEERE loven; daarom noemde zij zijn naam Juda. En zij hield op van baren.

Images for Genesis 29:27-35

Genesis 29:27-35 Meaning and Commentary

INTRODUCTION TO GENESIS 29

This chapter informs us of Jacob's coming to a well near Haran, where meeting with some shepherds he inquires after Laban, Ge 29:1-8; and there also with Rachel his daughter, the shepherds made known to him, and acquainted her who he was, Ge 29:9-12; upon which she ran to her father, and told him who was at the well, who went forth and brought him to his house, and kindly entertained him, Ge 29:13,14; with whom he agreed to stay and serve seven years for Rachel his daughter, Ge 29:15-20; at the end of which Jacob demands his wife, but instead of Rachel, Leah was brought to him as his wife, Ge 29:21-25; which being discovered, and complained of, it was proposed he should have Rachel also, provided he would serve yet seven years more, to which he agreed, Ge 29:26-30; and the chapter is concluded with an account of four sons being born to Jacob of Leah, Ge 29:31-35.

The Dutch Staten Vertaling translation is in the public domain.