Genesis 29:30-35

30 En hij ging ook in tot Rachel, en had ook Rachel liever dan Lea; en hij diende bij hem nog andere zeven jaren.
31 Toen nu de HEERE zag, dat Lea gehaat was, opende Hij haar baarmoeder; maar Rachel was onvruchtbaar.
32 En Lea werd bevrucht, en baarde een zoon, en zij noemde zijn naam Ruben; want zij zeide: Omdat de HEERE mijn verdrukking heeft aangezien, daarom zal mijn man mij nu liefhebben.
33 En zij werd wederom bevrucht, en baarde een zoon, en zeide: Dewijl de HEERE gehoord heeft, dat ik gehaat was, zo heeft Hij mij ook dezen gegeven; en zij noemde zijn naam Simeon.
34 En zij werd nog bevrucht, en baarde een zoon, en zeide: Nu zal zich ditmaal mijn man bij mij voegen, dewijl ik hem drie zonen gebaard heb; daarom noemde zij zijn naam Levi.
35 En zij werd wederom bevrucht, en baarde een zoon, en zeide: Ditmaal zal ik den HEERE loven; daarom noemde zij zijn naam Juda. En zij hield op van baren.

Images for Genesis 29:30-35

Genesis 29:30-35 Meaning and Commentary

INTRODUCTION TO GENESIS 29

This chapter informs us of Jacob's coming to a well near Haran, where meeting with some shepherds he inquires after Laban, Ge 29:1-8; and there also with Rachel his daughter, the shepherds made known to him, and acquainted her who he was, Ge 29:9-12; upon which she ran to her father, and told him who was at the well, who went forth and brought him to his house, and kindly entertained him, Ge 29:13,14; with whom he agreed to stay and serve seven years for Rachel his daughter, Ge 29:15-20; at the end of which Jacob demands his wife, but instead of Rachel, Leah was brought to him as his wife, Ge 29:21-25; which being discovered, and complained of, it was proposed he should have Rachel also, provided he would serve yet seven years more, to which he agreed, Ge 29:26-30; and the chapter is concluded with an account of four sons being born to Jacob of Leah, Ge 29:31-35.

The Dutch Staten Vertaling translation is in the public domain.