Leviticus 7:32-38

32 Gij zult ook den rechterschouder tot een hefoffer den priester geven, uit uw dankofferen.
33 Wie uit de zonen van Aaron het bloed des dankoffers en het vet offert, dien zal de rechterschouder ten dele zijn.
34 Want de beweegborst en den hefschouder heb Ik van de kinderen Israels uit hun dankofferen genomen, en heb dezelve aan Aaron, den priester, en aan zijn zonen, tot een eeuwige inzetting gegeven, van de kinderen Israels.
35 Dit is de zalving van Aaron en de zalving van zijn zonen, van de vuurofferen des HEEREN; ten dage als Hij hen deed naderen, om het priesterdom den HEERE te bedienen;
36 Hetwelk de HEERE hun van de kinderen Israels te geven geboden heeft, ten dage als Hij hen zalfde; het zij een eeuwige inzetting voor hun geslachten.
37 Dit is de wet des brandoffers, des spijsoffers, des zondoffers, des schuldoffers, des vuloffers en des dankoffers;
38 Die de HEERE Mozes op den berg Sinai geboden heeft, ten dage als Hij den kinderen Israels gebood, dat zij hun offeranden den HEERE, in de woestijn van Sinai, zouden offeren.

Leviticus 7:32-38 Meaning and Commentary

INTRODUCTION TO LEVITICUS 7

The several things contained in this chapter are the law of the trespass offering, Le 7:1-7 the portion the priests had in the burnt offerings and meat offerings, Le 7:8-10 the law of the peace offerings, whether by way of thanksgiving, or a vow, or voluntary oblation, Le 7:11-21 the prohibition of fat and blood, Le 7:22-27 the parts the priests should have in the peace offerings, the breast and right shoulder, Le 7:28-36 and the chapter is concluded with a recapitulation of the various things contained in this and the preceding chapters, Le 7:37,38.

The Dutch Staten Vertaling translation is in the public domain.