Richtere 15:1-6

1 En het geschiedde na sommige dagen, in de dagen van de tarweoogst, dat Simson zijn huisvrouw bezocht met een geitenbokje, en hij zeide: Laat mij tot mijn huisvrouw ingaan in de kamer; maar haar vader liet hem niet toe in te gaan.
2 Want haar vader zeide: Ik sprak zeker, dat gij haar ganselijk haattet, zo heb ik haar aan uw metgezel gegeven. Is niet haar kleinste zuster schoner dan zij? Laat ze u toch zijn in de plaats van haar.
3 Toen zeide Simson tot henlieden: Ik ben ditmaal onschuldig van de Filistijnen, wanneer ik aan hen kwaad doe.
4 En Simson ging heen, en ving driehonderd vossen; en hij nam fakkelen, en keerde staart aan staart, en deed een fakkel tussen twee staarten in het midden.
5 En hij stak de fakkelen aan met vuur, en liet ze lopen in het staande koren der Filistijnen; en hij stak in brand zowel de korenhopen als het staande koren, zelfs tot de wijngaarden en olijfbomen toe.
6 Toen zeiden de Filistijnen: Wie heeft dit gedaan? En men zeide: Simson, de schoonzoon van den Thimniet, omdat hij zijn huisvrouw heeft genomen, en heeft haar aan zijn metgezel gegeven. Toen kwamen de Filistijnen op, en verbrandden haar en haar vader met vuur.

Richtere 15:1-6 Meaning and Commentary

INTRODUCTION TO JUDGES 15

This chapter relates, that Samson being denied his wife, did by a strange stratagem burn the corn fields, vineyards, and olives of the Philistines, Jud 15:1-5, and that because of their burning her and her father, he made a great slaughter of them, Jud 15:6-8, which brought the Philistines against the men of Judah, who took Samson and bound him, to deliver him to the Philistines, when he, loosing himself, slew a thousand of them with the jaw bone of an ass, Jud 15:9-17 and being athirst, God in a wonderful manner supplied him with water, Jud 15:18-20.

The Dutch Staten Vertaling translation is in the public domain.