1 Koningen 15:4-14

4 Maar om Davids wil, gaf de HEERE, zijn God, hem een lamp in Jeruzalem, verwekkende zijn zoon na hem, en bevestigende Jeruzalem.
5 Omdat David gedaan had wat recht was in de ogen des HEEREN, en niet geweken was van alles, wat Hij hem geboden had, al de dagen zijns levens, dan alleen in de zaak van Uria, den Hethiet.
6 En er was krijg geweest tussen Rehabeam en tussen Jerobeam, al de dagen zijns levens.
7 Het overige nu der geschiedenissen van Abiam, en alles, wat hij gedaan heeft, is dat niet geschreven in het boek der kronieken der koningen van Juda? Er was ook krijg tussen Abiam en tussen Jerobeam.
8 En Abiam ontsliep met zijn vaderen, en zij begroeven hem in de stad Davids; en Asa, zijn zoon, regeerde in zijn plaats.
9 In het twintigste jaar van Jerobeam, den koning van Israel, werd Asa koning over Juda.
10 En hij regeerde een en veertig jaren te Jeruzalem, en de naam zijner moeder was Maacha, een dochter van Abisalom.
11 En Asa deed wat recht was in de ogen des HEEREN, gelijk zijn vader David.
12 Want hij nam weg de schandjongens uit het land, en deed weg al de drekgoden, die zijn vaders gemaakt hadden.
13 Ja, zelfs zijn moeder Maacha zette hij ook af, dat zij geen koningin ware, omdat zij een afgrijselijken afgod in een bos gemaakt had; ook roeide Asa uit haar afgrijselijken afgod, en verbrandde hem aan de beek Kidron.
14 De hoogten werden wel niet weggenomen; nochtans was het hart van Asa volkomen met den HEERE, al zijn dagen.

1 Koningen 15:4-14 Meaning and Commentary

INTRODUCTION TO 1 KINGS 15

In this chapter we have a short history of the reign of Abijam, 1Ki 15:1-8 and of Asa, 1Ki 14:9-24, both kings of Judah; and of the reigns of Nadab the son of Jeroboam, and of Baasha, who destroyed his family, both kings of Israel, 1Ki 15:25-34.

The Dutch Staten Vertaling translation is in the public domain.