Prediker 11:1-9

1 Werp uw brood uit op het water, want gij zult het vinden na vele dagen.
2 Geef een deel aan zeven, ja, ook aan acht; want gij weet niet, wat kwaad op de aarde wezen zal.
3 Als de wolken vol geworden zijn, zo storten zij plasregen uit op de aarde; en als de boom naar het zuiden, of als hij naar het noorden valt, in de plaats, waar de boom valt, daar zal hij wezen.
4 Wie op den wind acht geeft, die zal niet zaaien, en wie op de wolken ziet, die zal niet maaien.
5 Gelijk gij niet weet, welke de weg des winds zij, of hoedanig de beenderen zijn in den buik van een zwangere vrouw, alzo weet gij het werk Gods niet, Die het alles maakt.
6 Zaai uw zaad in den morgenstond, en trek uw hand des avonds niet af; want gij weet niet, wat recht wezen zal, of dit of dat, of dat die beide te zamen goed zijn zullen.
7 Verder, het licht is zoet, en het is den ogen goed de zon te aanschouwen;
8 Maar indien de mens veel jaren heeft, en verblijdt zich in die allen, zo laat hem ook gedenken aan de dagen der duisternis, want die zullen veel zijn; en al wat zal gekomen is, is ijdelheid.
9 Verblijd u, o jongeling! in uw jeugd, en laat uw hart zich vermaken in de dagen uwer jongelingschap, en wandel in de wegen uws harten, en in de aanschouwingen uwer ogen; maar weet, dat God, om al deze dingen, u zal doen komen voor het gericht.

Prediker 11:1-9 Meaning and Commentary

INTRODUCTION TO ECCLESIASTES 11

This chapter begins with an exhortation to liberality to the poor, enforced by several reasons and arguments, and the objections to it removed; and the whole illustrated by various similes, Ec 11:1-6; and then it is observed, that a life attended with outward prosperity and inward peace, and spent in doing good, is very delightful, and very desirable it is to have it continued; yet it should be remembered this will not be always, that many days of darkness in the grave will come; and after all the whole of a man's life is vanity, as is often inculcated, Ec 11:7,8; and the chapter is closed with an ironic address to young men, designed to show them the folly and danger of sinful courses, to reform them from them, and to put them in mind of a future judgment, Ec 11:9,10.

The Dutch Staten Vertaling translation is in the public domain.