1 Kronieken 25:3

3 Aangaande Jeduthun: de kinderen van Jeduthun waren Gedalja, en Zeri, en Jesaja, Hasabja en Mattithja, zes; aan de handen van hun vader Jeduthun, op harpen profeterende met den HEERE te danken en te loven.

1 Kronieken 25:3 Meaning and Commentary

1 Chronicles 25:3

Of Jeduthun
Or Ethan, the sons of Jeduthun:

Gedaliah and Zeri;
called Izri, ( 1 Chronicles 25:11 ) ,

and Jeshaiah, Hashabiah, and Mattithiah, six;
whereas five only are mentioned; it may be thought that Shimei, ( 1 Chronicles 25:17 ) is the sixth, he not being mentioned elsewhere; it is a tradition of the Jews, that his mother was now with child of him, and it being foreseen by the Holy Spirit that he would be the chief of a course, the number six is given, as Jarchi observes; but rather, as Kimchi, he was young, and not fit to sing, yet was chosen the head of a course, until he was grown up and fit for it; to these six came up the second, fourth, eighth, twelfth, fourteenth, and tenth lots, ( 1 Chronicles 25:9 1 Chronicles 25:11 1 Chronicles 25:15 1 Chronicles 25:21 1 Chronicles 25:17 ) and these

[were] under the hands of their father Jeduthun;
to instruct and direct them, and appoint their service to them:

who prophesied with a harp;
or sung a prophetic psalm or hymn on that:

to give thanks, and to praise the Lord;
for what he had done and promised, and foretold he would do for his people.

1 Kronieken 25:3 In-Context

1 En David, mitsgaders de oversten des heirs, scheidde af tot den dienst, van de kinderen van Asaf, en van Heman, en van Jeduthun, die met harpen, met luiten en met cimbalen profeteren zouden; en die onder hen geteld werden, waren mannen, bekwaam tot het werk van hun dienst.
2 Van de kinderen van Asaf waren Zakkur, en Jozef, en Nethanja, en Asarela, kinderen van Asaf; aan de hand van Asaf, die aan des konings handen profeteerde.
3 Aangaande Jeduthun: de kinderen van Jeduthun waren Gedalja, en Zeri, en Jesaja, Hasabja en Mattithja, zes; aan de handen van hun vader Jeduthun, op harpen profeterende met den HEERE te danken en te loven.
4 Aangaande Heman: de kinderen van Heman waren Bukkia, Mattanja, Uzziel, Sebuel, en Jerimoth, Hananja, Hanani, Eliatha, Giddalti, en Romamthi-Ezer, Josbekasa, Mallothi, Hothir, Mahazioth.
5 Deze allen waren kinderen van Heman, den ziener des konings, in de woorden Gods, om den hoorn te verheffen; want God had Heman veertien zonen gegeven, en drie dochters.
The Dutch Staten Vertaling translation is in the public domain.