1 Kronieken 25:5

5 Deze allen waren kinderen van Heman, den ziener des konings, in de woorden Gods, om den hoorn te verheffen; want God had Heman veertien zonen gegeven, en drie dochters.

1 Kronieken 25:5 Meaning and Commentary

1 Chronicles 25:5

All these were the sons of Heman, the king's seer
The prophet of the king, as the Targum, who was frequently with him, assisting him in the words of God:
in divine things: to lift up the horn;
to blow with the hornpipe or trumpet, and to magnify and set forth the greatness of the kingdom of Israel, and especially of the King Messiah, the horn of salvation, that would be raised up in the house of David: and God gave to Heman fourteen sons;
whose names are before mentioned: and three daughters;
of whom we have no more account, only may observe, that both are the gifts of God, and an heritage from him, ( Psalms 127:3 ) .

1 Kronieken 25:5 In-Context

3 Aangaande Jeduthun: de kinderen van Jeduthun waren Gedalja, en Zeri, en Jesaja, Hasabja en Mattithja, zes; aan de handen van hun vader Jeduthun, op harpen profeterende met den HEERE te danken en te loven.
4 Aangaande Heman: de kinderen van Heman waren Bukkia, Mattanja, Uzziel, Sebuel, en Jerimoth, Hananja, Hanani, Eliatha, Giddalti, en Romamthi-Ezer, Josbekasa, Mallothi, Hothir, Mahazioth.
5 Deze allen waren kinderen van Heman, den ziener des konings, in de woorden Gods, om den hoorn te verheffen; want God had Heman veertien zonen gegeven, en drie dochters.
6 Dezen waren altemaal aan de handen huns vaders gesteld tot het gezang van het huis des HEEREN, op cimbalen, luiten, en harpen, tot den dienst van het huis Gods, aan de handen van den koning, van Asaf, Jeduthun, en van Heman.
7 En hun getal met hun broederen, die geleerd waren in het gezang des HEEREN, allen meesters, was tweehonderd acht en tachtig.
The Dutch Staten Vertaling translation is in the public domain.