1 Kronieken 25:2

2 Van de kinderen van Asaf waren Zakkur, en Jozef, en Nethanja, en Asarela, kinderen van Asaf; aan de hand van Asaf, die aan des konings handen profeteerde.

1 Kronieken 25:2 Meaning and Commentary

1 Chronicles 25:2

Of the sons of Asaph
Who were separated, and by lot appointed, to the service of singers in the temple:

Zaccur, and Joseph, and Nethaniah, and Asarelah;
called Jesharelah, ( 1 Chronicles 25:14 ) , these had the third fourth, fifth, and seventh lots, ( 1 Chronicles 25:9 1 Chronicles 25:10 1 Chronicles 25:12 1 Chronicles 25:14 ) ,

under the hands of Asaph;
under his instruction and authority:

which prophesied according to the order of the king;
which Asaph composed psalms under the inspiration of the Spirit of God, and was ordered by King David to sing them, and by whose command they were inserted in the book of Psalms, where they now stand with his name to them.

1 Kronieken 25:2 In-Context

1 En David, mitsgaders de oversten des heirs, scheidde af tot den dienst, van de kinderen van Asaf, en van Heman, en van Jeduthun, die met harpen, met luiten en met cimbalen profeteren zouden; en die onder hen geteld werden, waren mannen, bekwaam tot het werk van hun dienst.

2 Van de kinderen van Asaf waren Zakkur, en Jozef, en Nethanja, en Asarela, kinderen van Asaf; aan de hand van Asaf, die aan des konings handen profeteerde.

3 Aangaande Jeduthun: de kinderen van Jeduthun waren Gedalja, en Zeri, en Jesaja, Hasabja en Mattithja, zes; aan de handen van hun vader Jeduthun, op harpen profeterende met den HEERE te danken en te loven.

4 Aangaande Heman: de kinderen van Heman waren Bukkia, Mattanja, Uzziel, Sebuel, en Jerimoth, Hananja, Hanani, Eliatha, Giddalti, en Romamthi-Ezer, Josbekasa, Mallothi, Hothir, Mahazioth.

5 Deze allen waren kinderen van Heman, den ziener des konings, in de woorden Gods, om den hoorn te verheffen; want God had Heman veertien zonen gegeven, en drie dochters.