1 Kronieken 26:17

17 Tegen het oosten waren zes Levieten; tegen het noorden des daags vier; tegen het zuiden des daags vier; maar bij de schatkameren twee en twee.

1 Kronieken 26:17 Meaning and Commentary

1 Chronicles 26:17

Eastward were six Levites
The eastern gate, being the way of entrance into the temple, required more porters:

northward four a day;
in the daytime, or every day, where was the gate Teri or Tedi, ( 1 Chronicles 26:14 ) , southward four a day: at the two gates of Huldah, ( 1 Chronicles 26:15 ) and toward Asuppim two and two; which were two gates, two at each gate, ( 1 Chronicles 26:15 ) .

1 Kronieken 26:17 In-Context

15 Obed-Edom tegen het zuiden; en voor zijn kinderen het huis der schatkameren.
16 Suppim en Hosa tegen het westen, met de poort Schallechet, bij den opgaanden hogen weg, wacht tegenover wacht.
17 Tegen het oosten waren zes Levieten; tegen het noorden des daags vier; tegen het zuiden des daags vier; maar bij de schatkameren twee en twee.
18 Aan Parbar tegen het westen waren er vier bij den hogen weg, twee bij Parbar.
19 Dit zijn de verdelingen der poortiers van de kinderen der Korahieten, en der kinderen van Merari.
The Dutch Staten Vertaling translation is in the public domain.