1 Kronieken 4:1

1 De kinderen van Juda waren Perez, Hezron en Charmi, en Hur, en Sobal.

1 Kronieken 4:1 Meaning and Commentary

1 Chronicles 4:1

The sons of Judah: Pharez
The posterity of Judah in the line of Pharez, for he only is mentioned:

Hezron, and Carmi, and Hur, and Shobal.
Hezron was the son of Pharez, and Carmi is supposed to be Chelubai, or Caleb, the son of Hezron; and Hur the son of Caleb; and Shobal was the son of the second Caleb the son of Hur; see ( 1 Chronicles 2:5 1 Chronicles 2:9 1 Chronicles 2:19 1 Chronicles 2:50 ) .

1 Kronieken 4:1 In-Context

1 De kinderen van Juda waren Perez, Hezron en Charmi, en Hur, en Sobal.
2 En Reaja, de zoon van Sobal, gewon Jahath, en Jahath gewon Ahumai en Lahad; dit zijn de huisgezinnen der Zorathieten;
3 En dezen zijn van den vader Etam: Jizreel, en Isma, en Idbas; en de naam hunner zuster was Hazelelponi.
4 En Pnuel was de vader van Gedor, en Ezer de vader van Husah. Dit zijn de kinderen van Hur, den eerstgeborene van Efratha, den vader van Bethlehem.
5 Asschur nu, de vader van Thekoa, had twee vrouwen, Hela en Naara.
The Dutch Staten Vertaling translation is in the public domain.