1 Kronieken 4:16

16 En de kinderen van Jehalelel waren Zif en Zifa, Thirea en Asareel.

1 Kronieken 4:16 Meaning and Commentary

1 Chronicles 4:16

And the sons of Jehaleleel
Who probably was the son of Uknaz:

Ziph, and Ziphah, Tiria, and Asareel;
there were two cities in the tribe of Judah of the name of Ziph, ( Joshua 15:24 Joshua 15:55 ) , which might be called from these men, or from Ziph in ( 1 Chronicles 2:42 ) .

1 Kronieken 4:16 In-Context

14 En Meonothai gewon Ofra; en Seraja gewon Joab, den vader des dals der werkmeesters; want zij waren werkmeesters.
15 De kinderen van Kaleb nu, den zoon van Jefunne, waren Iru, Ela en Naam; en de kinderen van Ela, te weten Kenaz.
16 En de kinderen van Jehalelel waren Zif en Zifa, Thirea en Asareel.
17 En de kinderen van Ezra waren Jether, en Mered, en Efer, en Jalon; en zij baarde Mirjam, en Sammai, en Isbah, den vader van Esthemoa.
18 En zijn Joodse huisvrouw baarde Jered, den vader van Gedor, en Heber, den vader van Socho, en Jekuthiel, den vader van Bitja, de dochter van Farao, die Mered genomen had.
The Dutch Staten Vertaling translation is in the public domain.