1 Kronieken 4:2

2 En Reaja, de zoon van Sobal, gewon Jahath, en Jahath gewon Ahumai en Lahad; dit zijn de huisgezinnen der Zorathieten;

1 Kronieken 4:2 Meaning and Commentary

1 Chronicles 4:2

And Reaiah the son of Shobal begat Jahath
Reaiah is the same with Haroeh, ( 1 Chronicles 2:52 ) the names are of the same signification:

and Jahath begat Ahumai, and Lahad. These are the families of the
Zorathites;
who inhabited Zoreah, as the Targum, at least part of it; see ( 1 Chronicles 2:53 1 Chronicles 2:54 ) .

1 Kronieken 4:2 In-Context

1 De kinderen van Juda waren Perez, Hezron en Charmi, en Hur, en Sobal.
2 En Reaja, de zoon van Sobal, gewon Jahath, en Jahath gewon Ahumai en Lahad; dit zijn de huisgezinnen der Zorathieten;
3 En dezen zijn van den vader Etam: Jizreel, en Isma, en Idbas; en de naam hunner zuster was Hazelelponi.
4 En Pnuel was de vader van Gedor, en Ezer de vader van Husah. Dit zijn de kinderen van Hur, den eerstgeborene van Efratha, den vader van Bethlehem.
5 Asschur nu, de vader van Thekoa, had twee vrouwen, Hela en Naara.
The Dutch Staten Vertaling translation is in the public domain.