1 Kronieken 7:17

17 De kinderen van Ulam nu waren Bedan; dezen zijn de kinderen van Gilead, den zoon van Machir, den zoon van Manasse.

1 Kronieken 7:17 Meaning and Commentary

1 Chronicles 7:17

And the sons of Ulam: Bedan
See ( 1 Samuel 12:11 )

these were the sons of Gilead, the son of Machir, the son of Manasseh;
that is, were of his posterity, or belonged to his family; for Ulam and Rakem were sons of a brother of Gilead, ( 1 Chronicles 7:16 ) .

1 Kronieken 7:17 In-Context

15 Machir nu nam tot een vrouw de zuster van Huppim en Suppim, en haar naam was Maacha; en de naam des tweeden was Zelafead. Zelafead nu had dochters.
16 En Maacha, de huisvrouw van Machir, baarde een zoon, en zij noemde zijn naam Peres, en de naams zijns broeders was Seres, en zijn zonen waren Ulam en Rekem.
17 De kinderen van Ulam nu waren Bedan; dezen zijn de kinderen van Gilead, den zoon van Machir, den zoon van Manasse.
18 Belangende nu zijn zuster Molecheth, zij baarde Ishod, en Abiezer, en Mahela.
19 De kinderen van Semida nu waren Ahjan, en Sechem, en Likhi, en Aniam.
The Dutch Staten Vertaling translation is in the public domain.