1 Kronieken 7:16

16 En Maacha, de huisvrouw van Machir, baarde een zoon, en zij noemde zijn naam Peres, en de naams zijns broeders was Seres, en zijn zonen waren Ulam en Rekem.

1 Kronieken 7:16 Meaning and Commentary

1 Chronicles 7:16

And Maachah the wife of Machir bare a son, and she called his
name Peresh; and the name of his brother was Sheresh
He had both these sons by her:

and his sons were Ulam and Rakem,
that is, either the sons of Peresh or Sheresh, the nearest, as Kimchi observes.

1 Kronieken 7:16 In-Context

14 De kinderen van Manasse waren Asriel, welken de vrouw van Gilead baarde; doch zijn bijwijf, de Syrische, baarde Machir, den vader van Gilead.
15 Machir nu nam tot een vrouw de zuster van Huppim en Suppim, en haar naam was Maacha; en de naam des tweeden was Zelafead. Zelafead nu had dochters.
16 En Maacha, de huisvrouw van Machir, baarde een zoon, en zij noemde zijn naam Peres, en de naams zijns broeders was Seres, en zijn zonen waren Ulam en Rekem.
17 De kinderen van Ulam nu waren Bedan; dezen zijn de kinderen van Gilead, den zoon van Machir, den zoon van Manasse.
18 Belangende nu zijn zuster Molecheth, zij baarde Ishod, en Abiezer, en Mahela.
The Dutch Staten Vertaling translation is in the public domain.