1 Kronieken 9:33

33 Uit dezen zijn ook de zangers, hoofden der vaderen onder de Levieten in de kameren, dienstvrij; want dag en nacht was het op hen, in dat werk te zijn.

1 Kronieken 9:33 Meaning and Commentary

1 Chronicles 9:33

And these are the singers, chief of the fathers of the
Levites
Others of them were employed in singing, and were masters of the song, and presided in that service, see ( 1 Chronicles 6:31 ) who remaining

in the chambers were free;
from all other work and service; and there they abode, even in the chambers of the temple, that they might be near to perform their work, and not be defiled, and made unfit for it:

for they were employed in that work day and night;
some or other of them, either in composing or singing psalms and hymns, or teaching others how to sing them.

1 Kronieken 9:33 In-Context

31 En Mattithja uit de Levieten, dewelke was de eerstgeborene van Sallum, den Korahiet, was in het ambt over het werk, dat in pannen gekookt wordt.
32 En uit de kinderen der Kahathieten, uit hun broederen, waren enigen over de broden der toerichting, om die alle sabbatten te bereiden.
33 Uit dezen zijn ook de zangers, hoofden der vaderen onder de Levieten in de kameren, dienstvrij; want dag en nacht was het op hen, in dat werk te zijn.
34 Dit zijn de hoofden der vaderen onder de Levieten, hoofden in hun geslachten; dezen woonden te Jeruzalem.
35 Maar te Gibeon hadden gewoond Jeiel, de vader van Gibeon; de naam zijner zuster nu was Maacha.
The Dutch Staten Vertaling translation is in the public domain.