1 Kronieken 9:34

34 Dit zijn de hoofden der vaderen onder de Levieten, hoofden in hun geslachten; dezen woonden te Jeruzalem.

1 Kronieken 9:34 Meaning and Commentary

1 Chronicles 9:34

These chief fathers of the Levites were chief throughout their
generations
Even all before made mention of in this chapter:

these dwelt at Jerusalem;
always resided there, and did not in turns go into the country villages, as the inferior Levites did; their office requiring them to be constantly there, being chief of the porters, singers who had the superintendency and direction of the rest.

1 Kronieken 9:34 In-Context

32 En uit de kinderen der Kahathieten, uit hun broederen, waren enigen over de broden der toerichting, om die alle sabbatten te bereiden.
33 Uit dezen zijn ook de zangers, hoofden der vaderen onder de Levieten in de kameren, dienstvrij; want dag en nacht was het op hen, in dat werk te zijn.
34 Dit zijn de hoofden der vaderen onder de Levieten, hoofden in hun geslachten; dezen woonden te Jeruzalem.
35 Maar te Gibeon hadden gewoond Jeiel, de vader van Gibeon; de naam zijner zuster nu was Maacha.
36 En Abdon was zijn eerstgeboren zoon, daarna Zur, en Kis, en Baal, en Ner, en Nadab.
The Dutch Staten Vertaling translation is in the public domain.