1 Kronieken 9:35

35 Maar te Gibeon hadden gewoond Jeiel, de vader van Gibeon; de naam zijner zuster nu was Maacha.

1 Kronieken 9:35 Meaning and Commentary

Ver. 35-44. And in Gibeon dwelt the father of Gibeon
Whose name is here mentioned, which is not in ( 1 Chronicles 8:29 ) . Jehiel,

whose wife's name was Maachah;
as there, but here called his sister, as a wife sometimes is, ( Genesis 20:2 Genesis 20:5 ) ( 1 Corinthians 9:5 ) . From hence to the end of the chapter is a repetition of the ancestors and posterity of Saul king of Israel; which is made to lead on to and connect the following history of the kings of Judah, begun in this book, and carried on in the next unto the Babylonish captivity, see ( 1 Chronicles 8:29-40 ) , and the notes there.

1 Kronieken 9:35 In-Context

33 Uit dezen zijn ook de zangers, hoofden der vaderen onder de Levieten in de kameren, dienstvrij; want dag en nacht was het op hen, in dat werk te zijn.
34 Dit zijn de hoofden der vaderen onder de Levieten, hoofden in hun geslachten; dezen woonden te Jeruzalem.
35 Maar te Gibeon hadden gewoond Jeiel, de vader van Gibeon; de naam zijner zuster nu was Maacha.
36 En Abdon was zijn eerstgeboren zoon, daarna Zur, en Kis, en Baal, en Ner, en Nadab.
37 En Gedor, en Ahio, en Zacharja, en Mikloth.
The Dutch Staten Vertaling translation is in the public domain.