1 Samuël 18:29

29 Toen vreesde zich Saul nog meer voor David; en Saul was David een vijand al zijn dagen.

1 Samuël 18:29 Meaning and Commentary

1 Samuel 18:29

And Saul was yet the more afraid of David
Because the Lord was with him, and his wife loved him; so that he feared he should never be able to accomplish his designs, and that this marriage, which he intended as the means of his ruin, would pave the way for his ascending the throne:

and Saul became David's enemy continually;
was every day giving fresh evidence of his enmity against him; before it was by fits, and at certain times, there were some intervals; but now enmity was rooted and habituated, and was constant and continually showing itself.

1 Samuël 18:29 In-Context

27 Toen maakte zich David op, en hij en zijn mannen gingen heen, en zij sloegen onder de Filistijnen tweehonderd mannen, en David bracht hun voorhuiden, en men leverde ze den koning volkomenlijk, opdat hij schoonzoon des konings worden zou. Toen gaf Saul hem zijn dochter Michal ter vrouw.
28 En Saul zag en merkte, dat de HEERE met David was; en Michal, de dochter van Saul, had hem lief.
29 Toen vreesde zich Saul nog meer voor David; en Saul was David een vijand al zijn dagen.
30 Als de vorsten der Filistijnen uittogen, zo geschiedde het, als zij uittogen, dat David kloeker was, dan al de knechten van Saul; zodat zijn naam zeer geacht was.
The Dutch Staten Vertaling translation is in the public domain.