1 Samuël 22:22

22 Toen zeide David tot Abjathar: Ik wist wel te dien dage, toen Doeg, de Edomiet, daar was, dat hij het voorzeker Saul zou te kennen geven; ik heb oorzaak gegeven tegen al de zielen van uws vaders huis.

1 Samuël 22:22 Meaning and Commentary

1 Samuel 22:22

And David said unto Abiathar, I knew [it] that day
That is, he thought in his mind at that time: when Doeg the Edomite [was] there;
at Nob; in the tabernacle, at the same time that David was there: that he would surely tell Saul;
that he saw David there, and what passed between him and Ahimelech; he knew he was a spiteful mischievous man; that he was a true Edomite, though a proselyte, and bore hatred and enmity in his mind against an Israelite, and especially an Israelite indeed, as David was: I have occasioned [the death] of all the persons of thy father's house:
or have been the cause of all the evils that befell them, and the death they were put unto, not with design, but by accident; and it grieved him that he should be any ways an accessory thereunto, though without intention.

1 Samuël 22:22 In-Context

20 Doch een der zonen van Achimelech, den zoon van Ahitub, ontkwam, wiens naam was Abjathar; die vluchtte David na.

21 En Abjathar boodschapte het David, dat Saul de priesteren des HEEREN gedood had.

22 Toen zeide David tot Abjathar: Ik wist wel te dien dage, toen Doeg, de Edomiet, daar was, dat hij het voorzeker Saul zou te kennen geven; ik heb oorzaak gegeven tegen al de zielen van uws vaders huis.

23 Blijf bij mij; vrees niet; want wie mijn ziel zoeken zal, die zal uw ziel zoeken; maar gij zult met mij in bewaring zijn.