1 Samuël 28:16

16 Toen zeide Samuel: Waarom vraagt gij mij toch, dewijl de HEERE van u geweken en uw vijand geworden is?

1 Samuël 28:16 Meaning and Commentary

1 Samuel 28:16

Then said Samuel, wherefore then dost thou, ask of me
Whom thou knowest to have been a prophet of the Lord, and therefore can say nothing more or less than what comes from him, and is according to his will, if anything at all; the "devil" representing Samuel, whom Saul had called for, and reasons in such language as might be thought to be his own, though sometimes he betrays himself:

seeing the Lord is departed from thee;
as Saul himself owned: to which he adds,

and is become thine enemy;
to make his case appear still more desperate; for his whole view is to lead him to despair, which shows what sort of spirit he was: though some understand this as spoken of David, and read the words, and "he is with thine enemy" F9; is on his side, and favours his cause; so the Targum,

``and he is for the help of a man, whose enmity thou sharest in;''

or who is at enmity with thee, meaning David; but now the true Samuel would never have said this, or suggested it, that David was an enemy to Saul, for he was not.


FOOTNOTES:

F9 (Kre yhyw) "et est cum inimico tuo", Pagninus, Vatablus; so V. L.

1 Samuël 28:16 In-Context

14 Hij dan zeide tot haar: Hoe is zijn gedaante? En zij zeide: Er komt een oud man op, en hij is met een mantel bekleed. Toen Saul vernam, dat het Samuel was, zo neigde hij zich met het aangezicht ter aarde, en hij boog zich.
15 En Samuel zeide tot Saul: Waarom hebt gij mij onrustig gemaakt, mij doende opkomen? Toen zeide Saul: Ik ben zeer beangstigd, want de Filistijnen krijgen tegen mij, en God is van mij geweken, en antwoordt mij niet meer, noch door den dienst der profeten, noch door dromen; daarom heb ik u geroepen, dat gij mij te kennen geeft, wat ik doen zal.
16 Toen zeide Samuel: Waarom vraagt gij mij toch, dewijl de HEERE van u geweken en uw vijand geworden is?
17 Want de HEERE heeft voor Zich gedaan, gelijk als Hij door mijn dienst gesproken heeft; en heeft het koninkrijk van uw hand gescheurd, en Hij heeft dat gegeven aan uw naaste, aan David.
18 Gelijk als gij naar de stem des HEEREN niet gehoord hebt, en de hittigheid Zijns toorns niet uitgericht hebt tegen Amalek; daarom heeft de HEERE u deze zaak gedaan te dezen dage.
The Dutch Staten Vertaling translation is in the public domain.