2 Koningen 8:13

13 En Hazael zeide: Maar wat is uw knecht, die een hond is, dat hij deze grote zaak doen zou? En Elisa zeide: De HEERE heeft mij getoond, dat gij koning zijn zult over Syrie.

2 Koningen 8:13 Meaning and Commentary

2 Kings 8:13

And Hazael said, but what, [is] thy servant a dog, that he
should do this great thing?
&c.] What dost thou take me to be, a vile, impudent, fierce, and cruel creature, as a dog, to be guilty of so great inhumanity and barbarity as this? or what is thy servant? a dog, a mean abject creature, of no power and authority, incapable of doing such great things spoken of? to which sense not only what is predicted of him, said to be great, inclines, but what follows:

and Elisha answered, the Lord hath showed me that thou shall be king
over Syria;
and that thou shalt have power enough to do this; this declaration, according to Ben Gersom, was the anointing of him, predicted ( 1 Kings 19:15 ) .

2 Koningen 8:13 In-Context

11 En hij hield zijn gezicht staande, en zette het vast tot schamens toe; en de man Gods weende.
12 Toen zeide Hazael: Waarom weent mijn heer? En hij zeide: omdat ik weet, wat kwaad gij den kinderen Israels doen zult; gij zult hun sterkten in het vuur zetten, en hun jonge manschap met het zwaard doden, en hun jonge kinderen verpletteren, en hun zwangere vrouwen opensnijden.
13 En Hazael zeide: Maar wat is uw knecht, die een hond is, dat hij deze grote zaak doen zou? En Elisa zeide: De HEERE heeft mij getoond, dat gij koning zijn zult over Syrie.
14 Zo ging hij weg van Elisa, en kwam tot zijn heer, die tot hem zeide: Wat heeft Elisa tot u gezegd? En hij zeide: Hij heeft tot mij gezegd: Gij zult zekerlijk genezen.
15 En het geschiedde des anderen daags, dat hij een deken nam, en in het water doopte, en over zijn aangezicht uitspreidde, dat hij stierf; en Hazael werd koning in zijn plaats.
The Dutch Staten Vertaling translation is in the public domain.