2 Koningen 8:15

15 En het geschiedde des anderen daags, dat hij een deken nam, en in het water doopte, en over zijn aangezicht uitspreidde, dat hij stierf; en Hazael werd koning in zijn plaats.

2 Koningen 8:15 Meaning and Commentary

2 Kings 8:15

And it came to pass on the morrow
In such haste was Hazael to be king, as the prophet said he would be:

that he took a thick cloth, and dipped it in water, and spread it on
his face, so that he died;
not that Benhadad took or ordered such a cloth to be dipped and laid on his own face, to allay the violent heat in him; but Hazael did this, and perhaps under such a pretence; but his real design was to strike in the heat, or suffocate him; for such a thick cloth, one of the bedclothes, made of goats' hair, as is supposed, being dipped in water, would suck in a great deal; and being laid on his face, would press hard, and he not able to throw it off, it would let in much water into his mouth and nostrils, and suffocate him, without leaving any marks of violence, which might render his death suspicious:

and Hazael reigned in his stead;
having an interest in the army, of which he was general, and perhaps had done some exploits which had recommended him to the regard of the people.

2 Koningen 8:15 In-Context

13 En Hazael zeide: Maar wat is uw knecht, die een hond is, dat hij deze grote zaak doen zou? En Elisa zeide: De HEERE heeft mij getoond, dat gij koning zijn zult over Syrie.

14 Zo ging hij weg van Elisa, en kwam tot zijn heer, die tot hem zeide: Wat heeft Elisa tot u gezegd? En hij zeide: Hij heeft tot mij gezegd: Gij zult zekerlijk genezen.

15 En het geschiedde des anderen daags, dat hij een deken nam, en in het water doopte, en over zijn aangezicht uitspreidde, dat hij stierf; en Hazael werd koning in zijn plaats.

16 In het vijfde jaar nu van Joram, den zoon van Achab, den koning van Israel, toen Josafat koning was van Juda, begon Jehoram, de zoon van Josafat, den koning van Juda, te regeren.

17 Hij was twee en dertig jaren oud, toen hij koning werd, en hij regeerde acht jaren te Jeruzalem.