2 Samuël 11:23

23 En de bode zeide tot David: Die mannen zijn ons zeker te machtig geweest, en zijn tot ons uitgetogen in het veld; maar wij zijn tegen hen aan geweest tot aan de deur der poort.

2 Samuël 11:23 Meaning and Commentary

2 Samuel 11:23

And the messenger said unto David
The particulars of his account follow:

surely the men prevailed against us;
the men of the city of Rabbah, the besieged there, in one onset they made upon them:

and came out unto us in the field;
the besiegers that lay encamped there; they sallied out upon them:

and we were upon them, even unto the entering of the gate;
rallied upon them, and drove them back, and pursued them to the gate of the city.

2 Samuël 11:23 In-Context

21 Wie sloeg Abimelech, den zoon van Jerubbeseth? Wierp niet een vrouw een stuk van een molensteen op hem van den muur, dat hij te Thebez stierf? Waarom zijt gij tot den muur genaderd? Dan zult gij zeggen: Uw knecht, Uria, de Hethiet, is ook dood.
22 En de bode ging heen, en kwam in, en gaf David te kennen alles, waar hem Joab om uitgezonden had.
23 En de bode zeide tot David: Die mannen zijn ons zeker te machtig geweest, en zijn tot ons uitgetogen in het veld; maar wij zijn tegen hen aan geweest tot aan de deur der poort.
24 Toen schoten de schutters van den muur af op uw knechten, dat er van des konings knechten dood gebleven zijn; en uw knecht, Uria, de Hethiet, is ook dood.
25 Toen zeide David tot den bode: Zo zult gij tot Joab zeggen: Laat deze zaak niet kwaad zijn in uw ogen, want het zwaard verteert zowel dezen als genen; versterk uw strijd tegen de stad, en verstoor ze; versterk hem alzo.
The Dutch Staten Vertaling translation is in the public domain.