2 Samuël 8:5

5 En de Syriers van Damaskus kwamen om Hadad-ezer, den koning van Zoba, te helpen; maar David sloeg van de Syriers twee en twintig duizend man.

2 Samuël 8:5 Meaning and Commentary

2 Samuel 8:5

And when the Syrians of Damascus came to succour Hadadezer king
of Zobah
These seem to have had no king at this time, or, if they had, Hadadezer was their king, which is not improbable; and Nicholas of Damascus F15; an Heathen writer, is clear for it, whom he calls Adad, who, he says, reigned over Damascus, and the other Syria without Phoenicia, who made war with David king of Judea, and was routed by him at Euphrates: and he seems to be the first king of Damascus, which he joined to the kingdom of Zobah, and all the kings of Damascus afterwards were called by the same name; though Josephus F16, who also speaks of Adad being king of Damascus and of the Syrians, yet makes him different from this Hadadezer, to whose assistance he says he came:

David slew of the Syrians two and twenty thousand men;
that is, of the Syrians of Damascus.


FOOTNOTES:

F15 Apud Joseph. ib. (l. 7. c. 5.) sect. 2.
F16 Ibid.

2 Samuël 8:5 In-Context

3 David sloeg ook Hadad-ezer, den zoon van Rechob, den koning van Zoba, toen hij heentoog, om zijn hand te wenden naar de rivier Frath.
4 En David nam hem duizend wagens af, en zevenhonderd ruiteren, en twintig duizend man te voet; en David ontzenuwde alle wagenpaarden, en hield daarvan honderd wagenen over.
5 En de Syriers van Damaskus kwamen om Hadad-ezer, den koning van Zoba, te helpen; maar David sloeg van de Syriers twee en twintig duizend man.
6 En David legde bezettingen in Syrie van Damaskus, en de Syriers werden David tot knechten, brengende geschenken; en de HEERE behoedde David overal, waar hij heentoog.
7 En David nam de gouden schilden die bij Hadad-ezers knechten geweest waren, en bracht ze te Jeruzalem.
The Dutch Staten Vertaling translation is in the public domain.